De Afrikaanse olifant
De Afrikaanse olifant (Loxodonta) is een zoogdier dat voorkomt op het Afrikaanse continent. De Afrikaanse olifant is het grootste landzoogdier van Afrika en is onderdeel van de beroemde Big 5. Samen met de zwarte neushoorn, de leeuw, de luipaard en de kafferbuffel is de Afrikaanse olifant het meest gezochte dier tijdens een safari in Afrika. Lang werd aangenomen dat er slechts één soort olifant op het Afrikaanse continent leeft, maar na lang onderzoek schijnen het toch twee verschillende soorten te zijn. De grootste en meest wijdverspreide soort is de Afrikaanse savanneolifant en de andere is de Afrikaanse bosolifant.
Hoe ziet een Afrikaanse olifant eruit?
De verschillen tussen deze twee soorten olifanten zit hem in slechts twee dingen. Het eerste verschil is de grootte van de diersoorten. De savanneolifant is veel groter dan de bosolifant. De mannelijke savanneolifanten zijn gemiddeld 3.2m hoog en wegen daarbij zo’n 6 ton. Vrouwelijke Afrikaanse savanneolifanten zijn met een hoogte van gemiddeld 2.6m en een gewicht van 3 ton al een stuk kleiner. De mannelijke bosolifanten zijn ongeveer even groot als de vrouwelijke savanneolifanten en de vrouwtjes zijn met zo’n 2m hoog en een gewicht van 2.2 ton een stuk kleiner dan dat.
Het tweede verschil zit in de slachttanden van de dieren. Over het algemeen zijn de slachttanden van de savanneolifanten een stuk groter en krommer dan die van de bosolifanten. Dit hangt wel deels van de locatie van de savanneolifant af, want op sommige plekken zoals Etosha en de Kalahari hebben zij juist hele kleine slagtanden. De verschillen zijn heel logisch, aangezien de bosolifanten in de regenwouden van tropisch Afrika leven. Ze hebben hier een stuk minder ruimte om zich voort te bewegen en dus is het een voordeel om wat kleiner te zijn.
Dankzij de enorme grootte van de savanneolifant is dit dier het grootste landdier ter wereld. Doordat de bosolifant iets kleinere is, staat deze op de derde plek. De Indische olifant, de Aziatische neef van de Afrikaanse olifanten, is namelijk iets groter dan de bosolifant.
Het meest opvallend aan een Afrikaanse olifant zijn natuurlijk zijn slurf, slachttanden en de enorme oren. De slurf is een heel geavanceerd orgaan dat bestaat uit tussen de 40.000 en 60.000 verschillende spiertjes. Het kost babyolifanten dan ook meer dan een jaar voordat ze hun slurf goed kunnen besturen. Olifanten gebruiken hun slurf om mee te drinken en om eten mee te verzamelen.
De slachttanden van een Afrikaanse olifant kunnen als de olifanten 60 jaar oud zijn tot wel 50kg per stuk wegen en meer dan 3m lang worden (bij de stieren). Deze prachtige slachttanden, die deze dieren nog meer aanzien geven, zijn helaas ook de belangrijkste reden waarom het niet goed gaat met de olifanten in Afrika. De savanneolifant wordt door het IUCN als bedreigd geclassificeerd terwijl de bosolifant zelfs als kritiek bedreigd geclassificeerd wordt.
De oren worden door de Afrikaanse olifant gebruikt voor twee dingen. De eerste functie van de oren is het reguleren van de lichaamstemperatuur. In de oren lopen hele grote bloedvaten. Als de olifant dan met zijn oren wappert, raak hij via warmte kwijt via deze vaten. Als tweede gebruiken de olifanten hun oren als communicatiemiddel, aan de oren van een olifant kan je zien in wat voor bij hij/zij is.
Wat is het verschil tussen de Afrikaanse olifant en de Aziatische olifant?
Wat zijn nou precies de verschillen tussen een Afrikaanse olifant en een Aziatische olifant? Gelukkig is het verschil vrij makkelijk te zien. Ten eerste is de vorm van de oren anders. De vorm van de oren van de Afrikaanse olifant lijkt heel erg op de vorm van Afrika, terwijl de oren van de Indische olifant juist op de vorm van India lijken.
Een tweede verschil zit in de slagtanden, ten eerste zijn de slagtanden van de Afrikaanse olifanten veel groter en ten tweede hebben Indische olifanten vaak helemaal geen slachttanden. Het derde verschil zit hem in de kleur van de huid, bij oudere Indische olifanten zie je namelijk vaak lichtere plekken op de oren en de slurf. Dit zie je niet bij de Afrikaanse olifant.
Hoe leeft de Afrikaanse olifant?
De Afrikaanse olifant is een echte herbivoor en eet allerlei plantaardig materiaal. Zo eten ze gras, boomschors, vruchten en bloemen. Doordat ze alles eten zijn olifanten heel erg belangrijk voor hun leefomgeving. Ze zijn de tuinmannen van de Afrikaanse natuur. Zonder olifanten worden de savannes langzaamaan bos en verdwijnen de padden door de dichte jungle van Centraal-Afrika. Hierdoor kunnen de andere dieren niet meer van deze goed begaanbare padden profiteren.
De Afrikaanse olifant is een echt kudde dier. De vrouwelijke dieren leven in familiegroepen en verlaten deze eigenlijk nooit. Ze groeien op met hun moeder, oma en soms zelfs overgroot-oma. De familiegroepen komen vaak samen met andere met andere familiegroepen waardoor olifanten met meer dan 30 dieren bij elkaar gezien kunnen worden. De familiegroepen worden geleid door een matriach, het oudste vrouwtje uit de groep. Zij leidt de familie naar water en voedsel.
Waar vrouwtjes nooit alleen te vinden zijn, is dit bij mannetjes vaak anders. Vanaf het moment dat de mannetjes geslachtsrijp zijn worden zij door hun moeder verjaagd. Ze zoeken dan vaak andere mannelijke dieren op en vormen bachelorgroepen. Deze groepen bestaan meestal uit een aantal mannetjes en veranderd vaak van samenstelling. Als mannetjes in de musth zijn en willen voortplanten, verlaten ze deze groep op zoek naar een vruchtbaar vrouwtje.
Een leuk feit over de Afrikaanse olifant is dat deze als enige Afrikaans zoogdier niet alle vier zijn poten tegelijk van de grond kan houden. Dus ook tijdens het rennen is er altijd één poot aan de grond.
Waar leeft de Afrikaanse olifant?
De Afrikaanse olifant komt voor in bijna alle landen in Afrika ten zuiden van de Sahara. Om het overzicht wat duidelijker te maken, maken we hieronder onderscheid tussen de savanneolifant en de bosolifant.
Waar leeft de savanneolifant?
Van de twee olifantensoorten in Afrika, komt de savanneolifant veruit het meeste voor. De totale populatie savanneolifanten wordt geschat op zo’n 350.000. Dit klinkt misschien als heel veel, maar voordat de Europeanen in Afrika aankwamen waren dit er waarschijnlijk meer dan 20 miljoen.
De savanneolifant leeft in 24 Afrikaanse landen. Deze landen zijn Angola, Botswana, Centraal Afrikaanse Republiek, de Democratische Republiek Congo, Eritrea, Ethiopië, Kameroen, Kenia, Malawi, Mali, Mozambique, Namibië, Nigeria, Oeganda, Rwanda, Somalië, Tanzania, Tsjaad, Zuid-Afrika, Zuid-Soedan, Zambia en Zimbabwe. Ook is het dier succesvol geherintroduceerd in het Konikrijk eSwatini.
Waar het in een aantal landen heel slecht gaat met de savanneolifant, gaat het vooral in de “safarilanden” behoorlijk goed met het dier. De meeste savanneolifanten (zo’n 130.000) leven in Botswana, maar ook in de landen Zimbabwe, Tanzania, Kenia, Zambia, Namibië en Zuid-Afrika leven grote populaties wilde olifanten. In veel van deze landen, zoals Tanzania, Kenia en Zuid-Afrika is de populatie sinds de jaren ’80 door goede maatregelen heel hard gestegen.
Waar leeft de bosolifant?
De populatie van de bosolifant is nog een stuk kleiner dan die van de savanneolifant. De totale populatie wordt namelijk op niet meer dan 70.000 geschat en neemt in veel landen nog steeds hard af. Helaas voor de bosolifant leeft deze in veel minder stabiele landen, waar daarnaast ook weinig toerisme is. Goede bescherming voor dit dier ontbreekt dus.
De bosolifant leeft in de volgende 20 landen: Angola, Benin, Burkina Faso, de Centraal Afrikaanse republiek, Congo-Kinshasa, de Democratische Republiek Congo, Equatoriaal Guinee, Gabon, Ghana, Guinee, Guinee-Bissau, Kameroen, Liberia, Niger, Nigeria, Senegal, Sierra Leone, Togo en Zuid-Soedan.
Het meest worden de bosolifanten gespot in Gabon, Ghana, de Centraal Afrikaanse republiek, de Democratische republiek Congo, Kameroen en Ivoorkust.
Beste plekken om de Afrikaanse olifant te spotten
Afrikaanse olifanten komen dus op heel veel plekken voor en leven gelukkig in heel veel beschermde gebieden door heel Afrika. Voor de savanneolifant zijn er eigenlijk vier nationale parken die eruit springen.
De allerbeste plek om de savanneolifant te spotten in Chobe nationaal park. Een prachtige nationaal park in het noorden van Botswana. Hier leven zoveel olifanten dat de regering jaren geleden besloten heeft om alle hekken rond de nationale parken van het land te verwijderen. Hierdoor kunnen de olifanten beter migreren en heb jij als toerist de kans om olifanten gewoon langs de weg te spotten. Als je het park bezoekt tijdens het droge seizoen, kan je de olifanten niet missen tijdens een gamedrive langs de Chobe rivier of tijdens een boottocht over deze prachtige rivier.
Een goede tweede is het Krüger nationaal park in Zuid-Afrika. Sinds de populatie goed beschermt wordt sinds de jaren ’80 is deze enorm gegroeid. De dichtheid aan olifanten is hier bijna net zo groot als die in het Chobe nationaal park, zo dicht dat je Afrikaanse olifanten hier absoluut niet kunt missen.
Mocht je liever naar Oost-Afrika afreizen, dan kunnen de nationale parken Tarangire in Tanzania en Ambroseli in Kenia uitkomst bieden. Ook hier zijn de populaties heel erg gestegen sinds de landen beschermingsmaatregelen hebben ingevoerd. Wil je een foto van een Afrikaanse olifant met de Kilimanjaro op de achtergrond, dan mag je Ambroseli niet overslaan.
Naast deze vier nationale parken zijn er echt nog veel meer beschermde gebieden waar je de Afrikaanse savanneolifant kunt spotten. Parken als Etosha, Addo, Tsavo, Hwange, South Luangwa zijn ook perfect om deze geweldige dieren te spotten.
Het vinden van de bosolifant is helaas wat lastiger dan het vinden van de savanneolifant. Dit komt doordat er minder van zijn, ze in minder goed te bereizen landen leven en omdat ze in het dichte regenwoud leven. Wat ons betreft zijn de beste plekken om de bosolifant te spotten Mole nationaal park in Ghana, Odzala-Kokoua nationaal park in Congo-Kinshasa en de Kameroense nationale parken Lobéké en Korup. Ook in de Centraal-Afrikaanse republiek en in de Democratische republiek Congo zijn goede nationale parken om de olifanten te spotten. Helaas zijn deze landen niet heel veilig om te reizen, dus raden wij ze niet aan.