Kajakken met zeeleeuwen vanuit Walvisbaai
Kajakken met zeeleeuwen, wie wilt dat nou niet? Dat dachten wij ook toen we deze activiteit tegen kwamen. Kajakken met zeeleeuwen vanuit Walvisbaai klinkt echt als een droom. We besloten om deze activiteit te boeken bij Pelican Point Kayaking en delen hieronder onze ervaring.
Pelican Point
Pelican Point is het puntje van een lange landtong in de Atlantische oceaan, vlakbij de stad Walvisbaai in het oosten van Namibië. De landtong staat bekend om twee dingen. Ten eerste de 100 jaar oude vuurtoren, met daarin de luxe Pelican Point Lodge en de extreem grote kolonie Kaapse pelsrobben. Op en rond de landtong leven zo’n 50.000 Kaapse pelsrobben, een indrukwekkend aantal van deze zeer nieuwsgierige dieren. De ideale plek dus om te kajakken met zeeleeuwen. Daarnaast leven er ook nog andere dieren zoals de zadeljakhals, de gewone flamingo, de kleine flamingo, de roze pelikaan, de havisidedolfijn en de tuimelaar.
Als je van de natuurpracht van Pelican Point wilt genieten kan dat op meerdere manieren. De bekendste zijn vanuit een grote boot, zoals een catamaran of heerlijk dicht op het water vanuit een kajak.
De weg naar Pelican Point
De beste tijd van de dag om te kajakken met zeeleeuwen is in de ochtend, dus zoals veel activiteiten in Afrika starten we al voor zonsopkomst. Het is een ruim uur rijden vanaf Walvisbaai, dus moeten we op tijd vertrekken. Het toffe aan deze excursie is dat de activiteit eigenlijk begint zodra de zon op komt. Eerst krijg je een prachtige zonsopkomst te zien (als je geluk hebt, want het kan hier ’s ochtends heel mistig zijn). Terwijl je langs de zoutvelden rijdt, kom je langs groepen flamingo’s en als je geluk hebt zie je hier ook pelikanen. Nadat we van deze vogels hebben mogen genieten rijden we de landtong waarop Pelican Point ligt op.
Hier leeft een behoorlijk aantal zadeljakhalzen die leven van de karkassen van de Kaapse pelsrobben. En het duurt inderdaad niet lang voordat we er één gevonden hebben. Angst voor de auto kent het dier niet, waardoor we hem van dichtbij kunnen bekijken. Tijdens de hele rit naar Pelican Point zien we nog drie andere zadeljakhalzen.
De laatste voorbereidingen
Eenmaal aangekomen bij Pelican Point worden de kajaks van de aanhanger gehaald en krijgen wij een groot “waterdicht” visserspak aan. Een grote gele broek, met daarover een even grote groene jas. Als we helemaal aangekleed zijn is het tijd voor de safety briefing en uitleg over hoe wij ons moeten gedragen in het water. Belangrijkste regel is dat wij niet zelf naar de robben toe peddelen, maar dat zij naar ons toe komen. We moeten extra voorzichtig zijn, omdat de pups enkele maanden geleden geboren zijn. Hoewel het regenseizoen niet de beste tijd is om Namibië te bezoeken, is dat dan wel weer een voordeel van reizen in februari.
Eindelijk het water in
Dan is het eindelijk tijd om het water in te gaan. We zijn met alleen onze groep en de gids, een privé-excursie dus. Dit betekent dat er slechts drie kajaks in het water te vinden zijn. Al snel zien we honderden, zo niet duizenden zeeleeuwen op het strand en in het water. We hebben zo’n 90 minuten in het water, dus nemen alle tijd.
We merken inderdaad al snel dat er veel pups te vinden zijn, deze lijken wel een stuk schuwer dan de volwassen zeeleeuwen. Langzaam aan komen de dieren steeds dichterbij. Af en toe laat eentje zich verleiden om onder de kajak door te zwemmen. Kajakken met zeeleeuwen vanuit Walvisbaai voelt echt als een droom. Niet gek dus ook dat de tijd vliegt en nog voordat we het doorhebben krijgen we alweer het signaal dat de tijd erop zit.
Aan de kant bergen we onze kajaks weer op en genieten we nog even van thee met wat koekjes voordat we weer terug gaan naar Walvisbaai en we afgezet worden bij ons hotel. Ook op de terugweg zien we nog een aantal zadeljakhalzen en weer een aantal flamingo’s. We merken wel dat dit niet de beste tijd voor pelikanen en flamingo’s is, want we zien er niet zoveel als tijdens het droge seizoen. De flamingo’s zijn nu namelijk te vinden in Etosha nationaal park en de Makgadikgadi zoutpannen.