Zeevogels op de Orkney-eilanden
De Orkney-eilanden, een archipel net ten noorden van het “vastenland” van Schotland, is een prachtige vakantiebestemming. De Orkney-eilanden hebben voor ieder wat wils. Kom je om cultuur te snuiven, dan ben je op de juist plek. Ben je gek op de historische kant van een vakantiebestemming? Ook dan zijn de Orkney-eilanden fantastisch. Ben je op zoek naar prachtige landschappen en duizenden zeevogels? Ook dan moet je op de Orkney-eilanden zijn. Elk jaar broeden er namelijk duizenden zeevogels op de Orkney-eilanden. Een waar spektakel wat je absoluut niet wilt missen. Er zijn een aantal zeevogels op de Orkney-eilanden, en wij hebben de populairste op een rijtje gezet, zodat jullie ze tijdens een volgende reis ook kunnen vinden!
De zwarte zeekoet
Vier verschillende zeevogels op de Orkney-eilanden zijn alk-achtige, waarvan de zwarte zeekoet (Cepphus grylle) de eerste is. Deze kleine alk-achtige, die zo’n 30 centimeter groot worden, is bijna volledig zwart. Alleen op de beide vleugels zit een stuk wit. Daarnaast hebben ze felrode poten en is de binnenkant van de bek ook felrood. Tijdens de winter zien ze er heel anders uit, dan zijn ze voornamelijk grijs en zijn de rode onderdelen een stuk minder fel.
De vogels komen voor rond de hele Noordpool tot aan Ierland. Het grootste deel van de zwarte zeekoeten leeft in de Noordelijke IJszee, maar een deel dus ook zuidelijker. De zwarte zeekoet broedt niet in grote koloniën, maar vaak met slechts een aantal broedpaartjes bij elkaar. Ze broeden vaak beschut, tussen rotsen of in kleine inhammen. In tegenstelling tot veel andere zeevogels komen ze niet veel verdere dan 2 kilometer uit de kust en blijven ze ook vaak in het winterseizoen in de buurt van hun broedplaats.
Je kunt ze op zeer veel plekken op de Orkney-eilanden tegenkomen, zolang er maar rotsen of inhammen te vinden zijn. Goede plekken om ze te spotten zijn de Brough of Birsay en RSPB Hobbister op het hoofdeiland en RSPB Northward Hill op Papa Westray.
De zeekoet
De zeekoet (Uria aalge) is één van de zeevogels op de Orkney-eilanden die je waarschijnlijk veel tegen zult komen. Deze alk-achtige, is zwart-wit en wordt zo’n 40-50 centimeter hoog. Als de vogels aan land zijn, staan ze bijna rechtop, waardoor ze wat weg hebben van pinguïns. De zeekoet komt voor net te zuiden van de Noordpool tot aan Portugal, Japan en delen van de VS. Tijdens het broedseizoen komen de vogels aan land, waar ze voornamelijk op kliffen en rotspartijen broeden. Zeekoeten broeden hutjemutje met soms wel 20 broedpaartjes per vierkante meter en een nest bouwen ze niet eens.
De zeekoet is te vinden op plekken waar steile kliffen te vinden zijn, zoals Marwick head en Noup cliffs nature reserve. Je vindt ze hier in grote getalen, met een prachtige achtergrond, maar kunt vaak niet heel dichtbij komen. Mocht je ze dichterbij willen zien, kun je beter op andere plekken gaan zoeken. Zo konden wij ze bij de Brough of Birsay van vrij dichtbij zien. Andere plekken die genoemd worden zijn Northward Hill (Papa Westray), Copinsay en Cantick head (South Walls).
De Alk
De alk (Alca torda), is net als de zeekoet een alk-achtige en beide vogels lijken dan ook redelijk op elkaar. Beiden zijn zwart-wit van kleur en staan wat rechtop. Het grootste verschil zit hem in de snavel, de snavel van de alk is namelijk veel dikker en er loopt een witte lijn overheen. De alk komt alleen voor in het noorden van de Atlantische oceaan. Ze broeden vaak in grote koloniën, wat geregeld mengkoloniën zijn.
Veruit de meeste alken broeden op IJsland, maar tijdens het broedseizoen zijn de vogels ook te vinden langs de kust van Noorwegen, Zweden, Finland, de Faeröereilanden, Ierland, het Verenigd Konikrijk, Frankrijk, Canada en Groenland. Op de Orkney-eilanden zijn geen grote alkkolonieën te vinden, maar broeden ze vaak in gemengde koloniën. Doordat de alk wat hoger op de kliffen broedt, zijn deze vaak goed te bewonderen.
De alk is veelal op dezelfde plekken te vinden als de zeekoet. Goede plekken zijn dan ook weer Marwick Head en Noup Cliffs (Westray). Maar ze zijn dus op veel meer plekken op de Orkney-eilanden te vinden. Ook op de eilanden Hoy en Copinsay heb je goede kansen om de alk te spotten.
De Jan-van-gent
De volgende van de zeevogels op de Orkney-eilanden is de Jan-van-gent (Morus bassanus). De Jan-van-gent is, met een spanwijdte van 170-180cm en een gewicht van 2,3-3,6 kg, de grootste zeevogel van de Noord-Atlantische oceaan. De Jan-van-gent is overwegend wit, met een crèmekleurige kop en zwarte vleugelpunten. De vogels leven in het grootste gedeelte van de noordelijke Atlantische oceaan en broeden op ruige kliffen, vaak op (onbewoonde) eilanden. Landen waar ze broeden zijn Canada, Duitsland, Engeland, Faeröer eilanden, Frankrijk, Ierland, IJsland, Noorwegen, Rusland, Schotland en Wales.
Veruit de meeste hiervan broeden in Schotland. Bij Bass Rock, niet ver van Edinburgh, broedt de grootste kolonie met meer dan 75.000 broedpaartjes. Maar ook op de Orkney-eilanden leeft een behoorlijk aantal Jan-van-gent. De relatief nieuwe kolonie bij Noup Cliffs is zeer toegankelijk en waarschijnlijk de beste plek om de Jan-van-gent te zoeken op Orkney. Andere plekken die je kunt bezoeken om de Jan-van-gent te vinden op de Orkney-eilanden zijn Marwick head en Copinsay.
De grote jager
De volgende van de zeevogels op de Orkney-eilanden is de grote jager (Stercorarius skua), een roofvogel die erom bekend staat om voedsel te stelen van andere zeevogels. Naast het stelen van voedsel, jagen ze ook daadwerkelijk op kleinere zeevogels zoals papegaaiduikers en zeekoeten.
De grote jager is qua grootte te vergelijken met een zilvermeeuw en kan een spanwijdte van bijna 1,5 meter hebben. De grote jager is oneffen donkerbruin, met een witte streep op de vleugels. Broeden doet de grote jager voornamelijk op IJsland, de Faeröer eilanden, Noorwegen en de Schotse eilanden. Ze broeden op heidegebieden vlak bij de kust. Voor mensen kennen ze geen angst en mocht je te dichtbij hun nest komen, dan vallen ze je aan.
De grote jager is op veel plekken op Orkney te vinden, maar er is één plek die er echt uitspringt en dat is het eiland Hoy. Meer dan 10% van de totale populatie grote jagers broedt op dit prachtige eiland.
De Atlantische papegaaiduiker
De Atlantische papegaaiduiker (Fratercula arctica) is een stevig gebouwde vogel van ongeveer 30 centimeter hoog. De spanwijdte ligt tussen de 47 en 63 centimeter. Het verenkleed van de papegaaiduiker is zwart met een witte buik en witte wangen. Het meest opvallend aan de papegaaiduiker zijn zijn grote, oranje poten met zwemvliezen, de oranjerode met zwarte snavel en de oranje versiering rond het oog. Hiermee krijgt de papegaaiduiker een prachtig uiterlijk en begrijp je ook gelijk waarom dit dier ooit de naam papegaaiduiker kreeg.
De Atlantische papegaaiduiker leeft, zoals de naam al doet vermoeden, in de Atlantische oceaan. De papegaaiduiker is alleen te vinden in het noordelijke deel van deze oceaan. In de zomer komen zij massaal bij elkaar op steile kliffen om te broeden.
De beste plek om de papegaaiduiker te spotten op de Orkney-eilanden is Castle o’Burrian. Klik hier voor meer informatie over de papegaaiduiker op de Orkney-eilanden.
De gekuifde aalscholver
De enige vogel van deze lijst die het hele jaar rond op de Orkney-eilanden te vinden is, is de gekuifde aalscholver. De vraag is dan ook of deze vogel een echte zeevogel is. Maar desalniettemin verdient de gekuifde aalscholver een plek op deze lijst met zeevogels op de Orkney-eilanden.
De gekuifde aalscholver (Gulosus aristotelis) is een zwarte vogel uit de familie van de aalscholvers. De gekuifde aalscholver wordt 68-78 cm hoog en heeft een spanwijdte van maximaal 1.10 meter. De kenmerkende kuif, waar de vogel zijn naam vandaan heeft, heeft hij alleen tijdens het broedseizoen. Andere uiterlijke kenmerken van de gekuifde aalscholver zijn de gele vlek op de wangen en de typische aalscholversnavel.
De gekuifde aalscholver komt voor langs de volledig westkust van Europa, de kusten van het VK, langs de mediterrane kust en de Atlantische kust van Marokko. De vogel leeft alleen op plekken met ruige, rotsachtige kusten. Bij een zandstrand zal je de gekuifde aalscholver niet vinden.
Op de Orkney-eilanden is de gekuifde aalscholver op veel plekken te vinden, zolang de geliefde rostkust er maar is. Vaak houden ze zich schuil in inhammen of kleine grotten, ver weg van roofdieren.
De noordse stormvogel
De laatste van de zeevogels op de Orkney-eilanden die wij in de overzicht behandelen is de noordse stormvogel (Fulmarus glacialis). Een grijs met witte vogel, die lijkt op een meeuw. Als je echter goed naar de vogel kijkt, zul je zien dat de vogel meer weg heeft van een stormvogel. De noordse stormvogel wordt zo’n 45 centimeter groot en heeft een spanwijdte van iets meer dan een meter.
De noordse stormvogel is een wijdverspreide vogel, die rond de hele Noordpool voorkomt. Zuidelijk komen ze niet verder dan het noorden van Frankrijk. Net als de andere zeevogels op de Orkney-eilanden komt de noordse stormvogel alleen aan land om te broeden. Dit doen ze onder andere in IJsland, Canada, Rusland, Noorwegen, de Faeröereilanden en het Verenigd Konikrijk.
In het Verenigd Konikrijk leven er zeker 1.000.000 noordse stormvogels. En ook op de Orkney-eilanden is de noordse stormvogel in grote aantallen aanwezig. Misschien wel de minst kritische zeevogel wat betreft een plek om een nest te bouwen. Je vindt ze op zo goed als alle kliffen langs de kust en daarnaast zijn ze ook te vinden in oude steengroeves en ruïnes.
Dit was ons overzicht van 8 zeevogels op de Orkney-eilanden. Zijn jullie al eens op de Orkney-eilanden geweest? of van plan ernaartoe te gaan? Laat het ons dan weten!