De big 5 van Nederland
Het edelhert
Het edelhert (Cervus elaphus) is het grootste hert dat in Nederland voorkomt. Het edelhert wordt tussen de 1.65 en 2.60m van kop tot kont en de schofthoogte is maximaal 1.40m. Vrouwtjes zijn wat kleiner dan de mannetjes en wegen zo’n 150kg, de mannetjes wegen zelfs tot 250kg. Edelherten hebben in de zomer een roodbruine vacht, welke in de winter vaak een wat grijzere kleur heeft. Alleen de mannelijke dieren dragen een gewei, die elk jaar afgeworpen wordt.
Je vindt edelherten in Nederland helaas maar op een beperkt aantal plekken. Hoewel edelherten ooit in heel Nederland voorkwamen, is hun aanwezigheid nu beperkt tot vier gebieden. De meest bekende is de Veluwe. Op de Veluwe zijn ze te vinden binnen de grenzen van de nationale parken “De hoge Veluwe” en “Veluwezoom”, maar ook daarbuiten zijn de dieren goed te vinden. Zo kan je ze bijvoorbeeld ook vinden in het Deelerwoud, Kroondomein ’t Loo en in de buurt van Kootwijk.
Ga vooral eens kijken bij de verschillende wildobservaties plekken op de Veluwe, grote kans dat je hier tijdens de schemer edelherten zult vindenDe andere plek waar veel edelherten leven in Nederland zijn de Oostvaardersplassen. Helaas leven de meeste edelherten hier in het kerngebied, welke niet voor publiek toegankelijk is. Gelukkig zijn de dieren ook te spotten in een aantal omliggende gebieden van de Oostvaardersplassen. Zo is een ontmoeting met deze dieren goed mogelijk in het Oostvaardersbos (gesloten van 04-01 tot 01-04) en in het Oostvaardersveld.
Het wild zwijn
Het wild zwijn is het neefje van het varken en lijkt hier dus sterk op. Ze zijn wel een stuk behaarder dan varkens. Wilde zwijnen hebben een bruine vacht, die in de winter langer en donkerder is dan in ze zomer. Mannelijke zwijnen, ook wel beren of keilers genoemd, zijn te herkennen aan hun twee slagtanden. De jonge biggen hebben lichte horizontale strepen en worden daarom ook wel pyjamabiggen genoemd. Volwassen zwijnen hebben een schofthoogte van zo’n 0.9m. Van kop tot kont zijn ze tussen de 1.2m en 1.8m lang. Ze wegen tussen de 50 en 125kg. De beren zijn vaak een stuk groter zijn dan de zeugen.
Wilde zwijnen mogen officieel in Nederland maar op twee plekken leven ten gevolge van de nulstandswet. Het grootste gebied waar ze mogen leven is de Veluwe, een gebied van ongeveer 6000ha waar het nationale park de Hoge Veluwe, nationaal park Veluwezoom, het Deelerwoud en Kroondomein het Loo onder vallen. In al deze gebieden kom je, met name in april en mei, behoorlijk eenvoudig wilde zwijnen tegen. De beste ervaringen hebben wij zelf met het Kroondomein, waar wij eigenlijk altijd wilde zwijnen vinden.
De tweede plek waar wilde zwijnen mogen leven in Nederland is Nationaal park de Meinweg in Limburg. Een prachtig nationaal park langs de grens met Duitsland.
Hoewel wilde zwijnen niet buiten deze twee gebieden mogen leven, gebeurt dit steeds vaker wel. Doordat wilde zwijnen het goed doen in België en Duitsland worden wilde zwijnen steeds vaker in de grensgebieden gespot.
De ree
De ree is de kleinste van de drie in Nederland levende hertachtige. Van kop tot kont zijn ze 0.95 tot 1.4 m lang en wegen rond de 20-30kg. De vacht van de ree is geelbruin tot roodbruin in de zomer en grijsbruin tot zwart in de winter. Heel herkenbaar bij een ree is de zwarte neus, met daarboven en onder een stuk witte vacht. Net als bij bijna alle hertachtige heeft alleen het mannetje een gewei. Deze zijn vrij eenvoudig met vaak maar 2-3 enden. Hoe groot het gewei is zegt niet perse iets over de leeftijd, maar vooral over de conditie van de bok. Hoe meer enden hoe vitaler de bok is.
Reeën kunnen eigenlijk in heel Nederland gevonden worden. Aan het eind van de 19de eeuw leefden ze alleen nog in de Veluwe en Limburg, maar door goede bescherming zijn ze nu dus weer in het hele land te bewonderen. De meeste reeën in Nederland zijn te vinden in de duinen langs de westkust, Drenthe, Gelderland, Limburg, Noord-Brabant en Overijssel. Je vindt ze rond de schemering vaak in open grasvelden in de buurt van de bosrand.
In en rond het nationale park Weerribben-Wieden vind je eigenlijk altijd wel wat reeën. Reeën zijn heel territoriaal en als je er dus een gevonden hebt, is de kans groot dat je diezelfde ree een dag later weer op dezelfde plek vindt. Ook op Ameland en Terschelling komen behoorlijk wat reeën voor. Deze reeën zijn daar waarschijnlijk met hulp van de mens gekomen en overleven hier heel makkelijk.
De zeehond
In Nederland zijn twee soorten zeehonden te vinden, de gewone en de grijze zeehond. Het overgrote deel hiervan leeft in het Waddenzeegebied, maar ook in Zeeland is er een aantal plekken waar je zeehonden kunt spotten.
De gewone zeehond is lichtbruin tot grijs van kleur en heeft2 vaak donkere vlekken. De mannelijke dieren worden zo’n 1.6m en wegen zo’n 90kg. Vrouwelijke dieren worden iets kleiner, zo’n 1.5m en wegen een kleine 70kg. De kop van een gewone zeehond is vrij rond met v-vormige neusgaten. Het meest opvallende aan de kop zijn de grote donkere ogen.
De grijze zeehond is de grootste van de twee zeehonden in Nederland en is daarmee het grootste roofdier van Nederland. De vrouwtjes worden zo’n 2m lang en wegen rond de 200kg. De mannetjes worden met 2,5-3m nog een stuk langer en wegen zelfs zo’n 350kg. De vacht van de mannetjes is vaak donkerbruin, terwijl de vacht van de vrouwtjes een stuk lichter is. Deze is vaak beige tot lichtbruin. Ze hebben in tegenstelling tot de gewone zeehond geen ronde, maar een langwerpige kop. Hierop vallen niet de ogen maar vooral de neusgaten heel erg op.
De beste manier om zeehonden te spotten is door op een zeehondensafari te gaan. Tijdens een zeehondensafari ga je met een boot langs de rustplaats van de zeehonden, hierdoor kan je van een niet al te grote afstand zonder te storen genieten van deze geweldige dieren. Zeehondensafari’s worden op elke Waddeneiland en vanuit een aantal havens in Zeeland aangeboden. Op de Waddeneilanden zal je veel meer zeehonden zien, maar in Zeeland heb je ook nog kans om bruinvissen te spotten.
De bever
De bever is een knaagdier uit de familie van de bevers. Euraziatische bevers zijn de grootste knaagdieren van Europa en Azië. Bevers worden tussen de 80 en 100 cm van kop tot kont. Hun typische brede platte staart heeft een lengte van 25-50 cm. De dieren wegen rond de 20 kilo. Bevers hebben een dikke bruine vacht, welke kan variëren tussen lichtbruin en zwartbruin. De opvallend grote snijtanden van bevers zijn feloranje van kleur.
Bevers zijn in Nederland het meest te vinden in de Biesbosch, in Limburg, rond de grote rivieren en in Flevoland. Het spotten van bevers is dus op een aantal plekken mogelijk. De eerste en gelijk de bekendste is de Biesbosch. In de Biesbosch leven zo’n 300 bevers. Waar zij leven is duidelijk in kaart gebracht, wat de kansen op het zien van een wilde bever aanzienlijk vergroot. In de Biesbosch worden boottochten georganiseerd waarbij bevers gezocht worden. Tijdens deze tochten heb je een grote kans om bevers tegen te komen.
De Biesbosch is niet het enige gebied met veel wilde bevers. Ook in Limburg zijn er een aantal natuurgebieden langs de Maas waar regelmatig bevers gespot worden. De nieuwste schatting laat zien dat er inmiddels zo’n 1100 bevers in het wild in de provincie te vinden zijn. De bekendste plek is het Leudal, maar zoals eerder gezegd, er zijn veel gebieden in Limburg waar je bevers kunt vinden. Voor bevers in Gelderland moet je in de Millingerwaard zijn. Overal in dit natuurgebied zijn beversporen te vinden. Naast bevers kan je in dit gebied als vogelliefhebber je ogen uitkijken. Daarnaast noemen ook Konikpaarden en reeën dit prachtige Nederlandse natuurgebied hun thuis.
Mocht je nog vragen of opmerkingen hebben naar aanleiding van deze of een andere blog op onze website, neem dan contact met ons op via het contactformulier of Instagram!